Diversiteit in gras- en maïskuilen… wat doen we ermee?

2024 is een bijzonder ruwvoerjaar voor de melkveehouderij. Na een natte winter en een al even vochtig voorjaar kon het gras niet overal de gewenste kwaliteit bereiken. Ook de maïs werd op veel plaatsen laat gezaaid door de natte bodem. Het resultaat? Een opvallende diversiteit in zowel gras- als maïskuilen, met zowel voordelen als nadelen.

Graskuilen: toppers en tobbers
Op papier lijken de graskuilen van dit jaar van uitstekende kwaliteit, maar in de praktijk valt de drogestofopname door de koeien vaak tegen. Dit kan te wijten zijn aan een hoog zuurgehalte, vooral in de nattere kuilen. Deze kuilen zijn gevoeliger voor slechte conservering: chemische omzettingen blijven warmte genereren, waardoor de kwaliteit daalt en koeien het minder smakelijk vinden.

In natte kuilen kunnen de suikers verder verzuren, wat leidt tot de vorming van melkzuur en ethanol. Dit verlaagt de pens-pH en verhoogt het risico op pensverzuring. Bovendien vraagt de afbraak van overtollige zuren extra inspanning van de lever, wat de weerstand van je koeien kan verzwakken.

Vooral natte herfstkuilen met minder dan 35% drogestof, die dit jaar vaak eiwitrijk zijn, voer je best snel op. Het wordt een uitdaging om deze kuilen smakelijk te houden en de pensgezondheid te vrijwaren. Voeren in combinatie met een drogere kuil is in dit geval essentieel.

Niet alleen natte, maar ook droge kuilen hebben hun aandachtspunten. Waar natte kuilen problemen geven door anaerobe omzettingen, zorgt een teveel aan zuurstof bij droge kuilen voor broei. Ons advies: meet regelmatig de temperatuur tot zo’n 30-50 cm diep in de kuil. Warmteverlies leidt altijd tot kwaliteitsverlies en verhoogt de kans op schimmelvorming. Jouw Vitalisator helpt je hier graag bij.

Maïskuilen: toppers en tobbers
Ook bij de maïskuilen is er dit jaar meer variatie dan ooit. Op zandgronden zijn er uitstekende kuilen van vroeg gezaaide maïs, terwijl natte percelen met een late zaai minder goede resultaten geven. Deze kuilen zijn vaak natter, bevatten minder zetmeel (kolf) of zijn onvoldoende afgerijpt. Hierdoor verzuren ze sneller in de loop van het jaar.

Bij deze kuilen is extra aandacht voor het rantsoen noodzakelijk. Het toevoegen van extra maïszetmeel (in meel- of vlokvorm) kan helpen om de melkproductie op peil te houden en de conditie van je koeien te verzekeren. Bij te natte, verzurende kuilen kunnen buffers en gisten helpen om de penswerking gezond te houden.

Dit jaar draait het om keuzes: óf accepteren dat de productie niet optimaal is, óf extra aanvullingen inzetten. Uit de Vitalmonitor blijkt dat een hoge drogestofopname essentieel is voor maximale voerwinst. Als de ruwvoeders dat niet kunnen bieden, moeten de extra aanvullingen het verschil maken.

Alert blijven
Hou de toestand van je gras- en maïskuilen nauwlettend in de gaten en pas je rantsoen aan waar nodig. Monitor regelmatig de kuilkwaliteit en focus op een soepele opname voor een gezonde penswerking. Buffers en gisten kunnen hier waardevolle ondersteuning bieden. Onthoud: alles wat de drogestofopname belemmert, kost melk.

DSC_4087

Onze adviseurs helpen u graag verder!

proFarm is gespecialiseerd in maatwerk. Samen bekijken we welke uitdagingen er op uw bedrijf spelen. We zorgen voor het juiste voer op het juiste moment voor het hoogste rendement!

Contacteer ons voor meer info